|
816 # Onderwijs met vierkante puberogen # |
Gepost door Misdefinitie op 11-04-2015 om 23:22.
Onderwijsvernieuwingen worden veelal ten onrechte gebracht als verbeteringen. Onder het mom van "iets wat nieuw is, is altijd beter dan het oude" worden er significante wijzigingen doorgevoerd die nauwelijks meer terug te draaien zijn. Ook niet als blijkt dat de "deskundigen" de plank finaal mis hebben geslagen. Over het algemeen acht de politiek dat ook niet nodig, want wie een wet of beleidsregel invoert, krijgt op dat moment alle eer en later boeit het toch niemand meer wie nou eigenlijk verantwoordelijk is voor de algehele malaise. Vanuit Den Haag wordt er dan wel een of ander smoesje verzonnen of leggen ze de schuld neer bij de scholen die de regels niet hebben gevolgd. Veel mensen menen dat we niet zo moeten zeiken en dat verandering nu eenmaal inherent is aan de maatschappelijke, technologische en politieke ontwikkeling die een land doormaakt. Alsof de aloude basiskennis niet meer relevant is. Misdefinitie is geen tegenstander van techniek in het onderwijs en ook niet van vernieuwingen, maar het moet wel echt een verbetering zijn.
Onderwijs wordt te digitaal.
Sinds digitale communicatietechniek de afgelopen 15 jaar in een klein doosje valt te proppen en de euro alles zo duur heeft gemaakt dat mensen het niet eens meer door hebben dat ze de hoofdprijs voor hun telefoon betalen, heeft de smartphone een vlucht gemaakt onder kinderen en pubers en treffen we die ellende overal in het onderwijs aan. Konden we vroeger nog simpelweg alle techniek uit het klaslokaal weren met het verhaaltje dat kinderen er alleen maar misbruik van maken en de apparatuur te kostbaar is om zelf te bezitten: nu moeten we toestaan dat er hele elektronicawinkels de school in worden gebracht. Stuk voor stuk apparaten waarvan de entertainmentindustrie en de uitgevers van studiemateriaal de educatieve waarde benadrukken, maar die al te vaak misbruikt worden om medeleerlingen te treiteren via sociale media. Om nog maar te zwijgen over het negatieve effect op hun kleine concentratieboog. Scholen hebben een oplossing moeten vinden voor de smartphones en 85 % heeft ervoor gekozen om het dan maar te accepteren.
Het nare is dat de discussie over smartphones op school bijna niet te voeren is omdat deze maatschappij de aanwezigheid als vaststaand gegeven beschouwt. Wetenschappelijke argumenten uit de pedagogiek en de psychologie, moeten nu wijken voor het feit dat de jeugd massaal verslaafd en afhankelijk is gemaakt van zijn smartphone en elke poging om het apparaat te verbieden snel zal leiden tot ontwenningsverschijnselen. Net zoals criminaliteit, wapens op scholen en pestgedrag, wordt er steeds vaker vanuit gegaan dat we maar moeten leven met deze nieuwe werkelijkheid die ver boven de scholen staat. Scholen worden ermee geconfronteerd en kunnen er weliswaar in beginsel voor kiezen om de strijd aan te gaan, maar die strijd kunnen ze heel makkelijk verliezen omdat alles en iedereen, inclusief de ouders van de kinderen die ook steeds vaker met techniek zijn opgegroeid, meteen actie voeren en agressief worden. Onderwijs is de zoveelste sector die kampt met problemen die zich in tientallen jaren hebben opgebouwd tot de explosie die we nu zien.
Hoogstwaarschijnlijk zegt het u niet veel als we u vertellen dat onderzoekers erachter komen dat de hersenen van mensen aan het krimpen zijn. Evolutionair gezien is het hebben van hersenen geen voorwaarde meer om te kunnen overleven en wie een beetje thuis is in de evolutietheorie, weet dat zaken die niet nodig zijn op den duur verdwijnen. Uiteraard niet binnen een paar generaties, dat heeft tijd nodig. Op lange termijn kunnen we echter wel begrijpen dat de menselijke hersenen weer terug krimpen naar het niveau van de neanderthalers. Waarom? Omdat intelligentie in deze tijd zelfs nadelig werkt. Wie intelligent is gaat nadenken over zijn omgeving. Die gaat kijken hoe hij de wereld beter kan maken. Hij zal mensen gaan waarschuwen dat het de verkeerde kant op gaat. Maar in een domme gemeenschap, zal hij alleen maar hoon over zich heen gaan krijgen en uiteindelijk zelfs verstoten worden zodat hij er alleen voorstaat. Technologische hulpmiddelen maken het nog een stapje erger: niemand hoeft meer iets te weten, we googelen alles gewoon.
Dichterbij huis zien we dat smartphones en andere digitale middelen al hun schade toebrengen aan de hersenen van vooral jonge mensen. U zult het vast wel herkennen. Sinds u met digitale meuk bezig bent, krijgt u dagelijks zoveel informatie te verwerken, dat u helemaal in de stress raakt om continu bij te blijven. Zodra een van uw apparaten piept, dan moet u onmiddellijk uw aandacht geven en een reactie terug sturen. Doet u dat niet, dan krijgt u nog een stortvloed van reacties over u heen van mensen die al net zo ongeduldig zijn als u. De hele dag wordt u geconditioneerd om te reageren op kleine onnozele prikkels en daardoor zijn uw hersenen niet meer in staat om het grote plaatje te zien. Niet voor niks worden wij continu beschuldigd van racisme en discriminatie. Mensen kunnen alleen nog hun aandacht richten op losse woordjes, kunnen niet begrijpend lezen en snappen niks van context. Hersenen functioneren door een overload aan prikkels te filteren en zich te richten op de belangrijke dingen. Tegenwoordig lukt dat niet meer.
Door digitale middelen is alles opeens belangrijk geworden. Elk berichtje moet beantwoord worden anders zorgen anderen er wel voor dat je het als belangrijk gaat zien. Uw hersenen proberen zich natuurlijk wel aan te passen. Kunnen ze relevante zaken niet meer van irrelevante zaken onderscheiden, dan lossen ze dat op door gaandeweg alle prikkels even weinig aandacht te geven. Er wordt gewoon minder tijd vrij gemaakt om ergens over na te denken. Niet denken, maar doen. Gewoon reageren vanuit de onderbuik. Woorden die u niet begrijpt, zijn slecht. Tot rust komen en u bezinnen? Nergens voor nodig, u kunt net zo goed werken met vooroordelen. En roddels van derden, want al zijn die niet betrouwbaar, ze zorgen er wel voor dat uw toch al overbelaste brein niet te veel capaciteit hoeft te verspillen. Geleefd worden en ondertussen denken dat u een cyborg bent met een haast onbeperkte geheugencapaciteit. Echt intellectueel zult u er niet mee worden, want die onrust kent een hoge prijs. Weg concentratievermogen en heel oppervlakkig selecteren.
Scholen proberen steeds sneller in te spelen op de gril van alledag, maar dat is te absurd voor woorden. Techniek is niet iets van vandaag of gisteren. Al decennia lang volgen de ontwikkelingen zich op. Toen het in de jaren '80 mogelijk werd om muziek op een draagbaar apparaat mee te nemen, werd er in het onderwijs gewoon gezegd dat de walkmans in de tas moesten blijven of helemaal niet naar school meegenomen mochten worden. Nu heeft iedere puber een smartphone en durven we opeens niet meer te praten over het feit dat dergelijke apparaten een crime zijn in het onderwijs. Het relatief kleine voordeeltje dat leerlingen hebben van software dat zich zogenaamd aanpast aan het niveau van de leerling, wordt teniet gedaan door het feit dat ze geen sodemieter meer leren en de digitale apparaten voornamelijk worden gebruikt om een ander mee te pesten. Waar komt dat lafhartige gedrag toch vandaan? Nu zijn er al scholen die geheel op techniek gestoeld zijn zoals de iPad-scholen. Een school gericht op een apparaat van een commercieel bedrijf.
Verbieden wordt gezien als betutteling en een belemmering van de moderne leerling om zich in deze maatschappij te kunnen redden. Alles en iedereen staat nu eenmaal met elkaar verbonden via het internet en privacy was in 1984 al verleden tijd. Nogal een "van dik hout zaagt men planken"-redenering. Wij waren voornamelijk jong in de jaren '80. Op school kregen we niet eens een computer te zien. Hoewel computers natuurlijk al bestonden, hadden we op de basisschool geen elektrische apparaten. Er werd zelfs niet in onderwezen. Integendeel. We moesten anti-liedjes zingen met teksten als "stopcontact en stekker gaan met je aan de haal". Zelfs op het voortgezet onderwijs kregen we nooit een computer te zien. Formeel stond er wel een vak als informatiekunde op de lijst, maar tot het einde van de jaren '90 werd daar niks mee gedaan. Op de Hogeschool van Amsterdam leerden we in 2003 (!) nog met MS-DOS werken. Ruim 25 jaar geen computer en zeker geen tablets aangeraakt, maar toch waren we binnen afzienbare tijd ingenieur en bij de tijd.
Het hele punt is dat we iemand die zijn school op de ouderwetse manier heeft doorlopen, dat wil zeggen met pen en papier alle basisvaardigheden heeft aangeleerd, binnen een paar weken wegwijs kunnen maken met de nieuwste technologieën, maar dat we leerlingen die hun jaren hebben verspild aan hun smartphones en tablets niet binnen een paar weken basisvaardigheden als rekenen, taal, sociale vaardigheid en abstract denken kunnen aanleren. Dat duurt jaren. Wij zijn het dus niet eens met de stelling dat het verbieden van moderne communicatiemiddelen in het onderwijs per definitie achterstanden oplevert. Al zijn we geen voorstander van algehele verboden. Een verbod betekent niks meer dan roepen dat iets niet mag, maar wij vinden dat ze in het onderwijs weer een goed alternatief moeten bieden. Namelijk ouderwets goed onderwijs dat kinderen alle vaardigheden aanleert die ze nodig hebben. Extra onderzoek zal nodig zijn om de invloed van tablets in het onderwijs nader te kunnen beschouwen.
Gaandeweg lijkt het onderwijs te evolueren tot zelfstandig en in groepjes bezig zijn met wat de techniek leerlingen voorschotelt. Met vrees zien wij deze ontwikkelingen tegemoet. Ondanks de erbarmelijke staat van het onderwijs hebben we min of meer het geluk gehad dat de echte waarde van het onderwijs niet per definitie ligt in de opgedane kennis, maar in de sociaalemotionele ontwikkeling en het ontwikkelen van een abstract denkvermogen. Abstracte zaken zijn altijd lastig om voor te stellen en eigenlijk weet niemand precies wat het is en hoe we het verwerven, maar bekend is wel dat als leerlingen een aantal jaren intensief met abstracte vakken bezig zijn zoals wiskunde, hun hersenen cruciale vaardigheden ontwikkelen om ingewikkelde denkprocessen mogelijk te maken. Mogelijk is dat te verklaren als we het vergelijken met het proces waarmee harde schijven worden geformatteerd: de cruciale indeling. Techniek biedt ons inziens het meest belangrijke van onderwijs niet: sociaalemotionele ontwikkeling door fysieke omgang met anderen.
Begrijp ons niet verkeerd, techniek kan wel degelijk een waardevolle bijdrage leveren aan het onderwijs (mits goed ingezet), maar kan nooit de menselijke leerprocessen vervangen. Vroeger als we op papier moesten rekenen, trainden we geduld en concentratie door net zo lang te puzzelen totdat we de som konden oplossen. Lukte dat na 45 minuten, dan waren we zo trots dat we het nog een keer probeerden. Net zolang totdat we die sommen binnen acceptabele tijden konden oplossen. Ging het echt niet, dan probeerden we samen met andere leerlingen tot een oplossing te komen waardoor we in sociaal contact moesten treden met anderen. Kwam de oplossing dan nog niet, dan was het een hele toer om de leraar te spreken te krijgen en ook door die omgang met mensen leerden we een heleboel noodzakelijke vaardigheden. Tegenwoordig vingeren de kinderen wat op hun tablet en vragen zoveel hints dat ze de oplossing al snel krijgen. Al die kleine sociale interacties vallen weg als iedereen met zijn neus in een smartphone of tablet zit.
Op een gegeven moment verschuift het accent van het voortgezet onderwijs van georganiseerde leerfabrieken naar thuisonderwijs via digitale middelen. Volgens velen de oplossing voor beter onderwijs. Altijd de beste stof van de beste kwaliteit en de beste software om u die kennis eigen te maken. Ter overbrugging wordt de stof thuis op bijvoorbeeld Youtube aangeboden. Leraren maken van te voren video's die door hun leerlingen worden bekeken zodat ze de les kunnen benutten voor vragen. Op zich kan dat best verhelderend werken. Universiteiten werken al langer op deze manier. Dat wil zeggen dat ze hun hoorcolleges soms opnemen en ter beschikking stellen aan studenten die het op een ander tijdstip terug kunnen kijken. Wij hebben er moeite mee als dit soort zaken onderwijs voor kinderen gaat vervangen. Onderwijs beschouwen wij als totaalpakket van activiteiten die samen het gewenste resultaat opleveren. Voorkomen moet worden dat kinderen elders hun kennis moeten opdoen en derhalve geen motivatie meer hebben om überhaupt naar school te komen.
Ja, we kunnen al tientallen jaren rekensommen oefenen op computers. Ja, we kunnen woordjes uit een vreemde taal laten overhoren. Ja, we kunnen allerlei spelletjes spelen om de topografie van Nederland te leren. Van te voren kunnen we al video's bekijken over de geschiedenis. Voorts komen we op school, zitten we ineengedoken achter de smartphone (opletten is immers niet meer nodig en vragen stellen doen niet alle leerlingen) en daarna vertrekken we weer als zombies. Juist het continue gevecht tussen sociale interactie met medeleerlingen, het stil moeten zijn en het risico om de lesstof niet te begrijpen als we niet opletten, zorgt voor een zeker evenwicht dat nodig is om de broodnodige vaardigheden als mens aan te leren. Geen computer zal dat ooit kunnen vervangen. Koppelen we het onderwijs daarvan los, dan krijgen we weliswaar mensen die de stof beheersen, maar sociaal geen fuck voorstellen. Hoeveel mensen kunt u tegenwoordig nog aanwijzen die echt begrijpend kunnen lezen en daadwerkelijk sociaal en meelevend zijn?
Naast dat de techniek het onderwijs langzamerhand heeft overgenomen, zorgen onderwijsvernieuwingen er nog meer voor dat oude zekerheden als sneeuw voor de zon verdwijnen. Dit is Nederland. Wij zijn Nederlanders. Dat impliceert dat u ook onderwijs in het Nederlands krijgt en uw moerstaal perfect moet beheersen. Staatssecretaris Dekker (onderwijs) wil dat basisscholen hun lessen ook in vreemde talen mogen geven. Dekker gaat uit van het idee dat kinderen in de kritieke periode tot een jaar of 6, een tweede taal sneller oppikken als ze er vroeg mee beginnen. De denkfout die hier gemaakt wordt, is dat het oppikken van de tweede taal enkel "sneller" gaat als ze de taal als extra onderwezen krijgen en dus niet louter als vervanging voor de cruciale basisvaardigheden. Het kan zelfs de verkeerde kant op gaan. Slechte lessen omdat de leraren hakkie-takkie steenkolen Engels gaan spreken met leerlingen. Zo kan leren rekenen in slecht Engels ervoor zorgen dat kinderen niet kunnen rekenen en ook geen Engels leren.
Op de universiteit kregen we regelmatig van die halfgare Polen die half Duits en half Engels probeerden te spreken. Met als gevolg dat we de stof niet begrepen en per definitie alleen maar last hadden van de vreemde taal. Qua stof hadden we het probleem dat alle vakjargon en technische termen slechte vertalingen hadden waardoor we er geen flikker meer van begrepen. En qua taal hadden we de handicap dat een slecht gesproken taal die we toch al niet beheersen, het nog veel erger maakt. Fuck you, alle basisvakken moeten in uw moerstaal onderwezen worden. Wil men Engels geven, dan is dat goed, maar dan wel door een goede leraar en als apart vak. Tweetalig onderwijs moet verboden worden. "Ja maar dan heb je een grotere kans op de arbeidsmarkt als het gaat om werk waarvoor meerdere talen nodig zijn." Belachelijk, hoeveel werk denkt u dat ze krijgen als ze door de taalbarrière geen enkel vak echt beheersen? Wij grossieren niet in kansen. Wij eisen garanties. De garantie dat de basisvaardigheden in onze eigen taal kunnen worden aangeleerd.
Houd u liever bezig met dat misbaksel van een rekentoets. Leuk hoor dat de kinderen tegenwoordig leren rekenen met de "fuck you too"-methode. Niet echt, want ze kunnen niet echt rekenen en de rotzooi die getoetst wordt heeft al evenmin iets met rekenen te maken. Blijkbaar is die rekentoets ingevoerd door politici die 8 jaar over een studie geschiedenis of rechten hebben gedaan en ook al erbarmelijk rekenonderwijs hebben genoten. De eurofielen van D66 zien liever dat meer dan de helft van de vakken in een vreemde taal wordt gegeven. Het Nederlands is niet meer van belang, we zijn toch al geen kenniseconomie meer. Alles draait om fictieve kansen op een baan, maar hey, krijgen we ons geld en leven terug als we ondanks die linkse kutzooi in het onderwijs toch geen baan krijgen? Of is het dan ons eigen schuld? Als leerlingen geen stage kunnen krijgen, dan ligt het niet aan de talen, maar aan socialistisch falen. Achterlijke imbecielen, na decennia lang klote beleid in het onderwijs, geloven we echt niet meer dat u het beste voor heeft met onze kinderen.
Ouders weten inmiddels van gekkigheid niet meer naar wat voor school ze hun kinderen moeten sturen en experimenteren naar hartenlust met nieuwe vormen die opkomen. Thans is de Vrijeschool erg in trek. Onderwijs dat gebaseerd is op filosofie. Wat ons betreft is dat te wazig om een onderwijskundig systeem neer te zetten dat staat als een huis. Innerlijke ontwikkeling en geestelijke wereld en dat soort onzin. Alstublieft, mogen we ook gewoon nog iets leren of hoe zit dat? Na al die jaren weten wij nog altijd hoe we een staartdeling moeten maken, maar we verwachten dat de nieuwe generaties na 20 of 30 jaar echt niet meer weten naar wat voor zweverig gelul ze vroeger geluisterd hebben. En dan die ouders die helemaal lyrisch worden en doen alsof hun kind gelukkiger dan ooit naar school gaat. Ja, logisch, als de juf liever gaat springen met de kinderen in plaats van sommen maken, dan wordt ze wel populair in de klas. Onderwijs is een speeltuin aan experimenten die allemaal gemeen hebben dat kinderen op raadselachtige wijze niet meer de basis beheersen.
Desondanks hebben een aantal geleerden ingezien dat het zo niet langer kan en dat er bijvoorbeeld iets moet gebeuren aan de vakkennis van leraren. Op de pabo leren ze hooguit op hetzelfde lage niveau rekenen als de kinderen die ze onder hun hoede krijgen. Wel, een aantal universiteiten hebben daarom maar een universitaire variant van de pabo gemaakt. Doctorandus juf of meester. Klinkt goed. We zouden graag zien dat leraren wat hoger opgeleid zijn omdat er dan ruimte is voor pedagogische en psychologische kennis op academisch niveau. Maar ja, dat wordt dan weer zo uitgerold dat het alleen op specifieke opleidingen gegeven wordt. Terwijl er zat mensen zijn die zijn afgestudeerd voor de opleiding Pedagogiek of Psychologie. Die hebben in beginsel net zoveel of zelfs nog meer kennis over kinderen en ontwikkeling dan studenten van de pabo, maar zij krijgen geen kans om in het onderwijs te gaan werken. Leer nu eens dat bevoegd niet hetzelfde is als bekwaam en dat bekwaam niet samenhangt met specifieke opleidingen. Geef een bredere groep de kans.
Hoe concreet de invoering van technologie en de overige vernieuwingen ook lijken, des te abstracter en vager komen andere onderwijsplannen over. Prof. dr. Jan Derksen beklaagt zich als klinisch psycholoog erover dat de politiek jongeren teveel op een voetstuk wil plaatsen. Alles moet maar aangepast worden aan de belevingswereld van de jongeren en als dat uiteindelijk niet tot de gewenste ontwikkeling leidt, dan is het toch ergens goed voor geweest. Verwachten dat het kleine gespuis zich aanpast aan het onderwijs en eens om leert gaan met tegenslag en frustratie, is tegenwoordig als vloeken in de kerk. Kinderen mogen geen negatieve ervaringen hebben. Ze mogen geen haast geen negatieve emoties meer tonen. Alles moet leuk zijn. Dagelijks moeten ze lachen. Al lachen ze met een masker op omdat ze van binnen kapot gaan, dan nog vindt het systeem dat ze iets prachtigs hebben neergezet voor jongeren. Boeiende en inspirerende docenten die leerlingen intrinsiek motiveren in plaats van de "alles moet leuk"-propaganda, bestaan niet meer.
Opmerkelijk is dat kritiek op de moderne opvattingen van onderwijs juist vaak komen van professoren die al stammen van de oudere generatie. Mensen die nog de stille doodskreten van het goede ouderwetse onderwijs hebben meegemaakt voordat het studiehuis aan de haal ging met uw pubers. Een aantal hebben nog de Mammoetwet meegemaakt of zijn zelfs nog ouder. De tendens is dat zij wel vinden dat de ouderwetse methoden en kennis teruggebracht moeten worden. Zo stelt professor Arnold Heertje, thans 81 en vroeger zeer bekend vanwege zijn studieboeken economie, dat scholen verzaken om hun leerlingen te leren over macro-economie en geld. Even informeren op onze oude middelbare school leerde dat de laatste lichting voor de tweede fase, diploma in 1999, als laatsten die onderwerpen behandeld kreeg. Daarna is het nu al 16 jaar uit beeld geweest. Andere cijfers laten zien dat het sinds 1985 langzaam verdween. Jongere generaties, met name socialisten, begrijpen de economie niet meer als geheel. Van macro-economie hebben ze nog nooit gehoord.
Ergens begrijpen we wel dat de oude kennis is geschrapt in het onderwijs. Dat zijn altijd politieke keuzes en heel handig voor de huidige linkse macht. Weten jongeren niks van de economie, dan kan links hen wijs blijven maken dat de malaise hen overkomt. Alsof de economie een soort draak is die al uw geld opeet. Maar het zijn die flikkers in Den Haag die al uw geld laten verdwijnen en ervoor zorgen dat u niet meer op school leert dat geld maar een keer uit te geven is. Nou ja, geen enkele socialist weet dat, anders waren ze echt geen linkse rakkers meer. Geld lenen van een ander, verspillen, weggeven, frauderen en corruptie. Dat is de linkse manier, dus dan willen ze niet dat u op school de waarheid leert. Van linkse dictaturen is bekend dat ze het volk liever dom willen houden zodat ze links blijven stemmen en de macht door kan gaan met zijn gerommel. Hun onderwijs is altijd slecht tot bar en bar slecht. Waarom denkt u dat we het zo vaak over onderwijs hebben op een politieke website? Omdat het allemaal samenhangt.
Overweging.
Het onderwijs lijkt wel georganiseerd zoals Microsoft Windows indeelt. Steeds een nieuw systeem uitbrengen dat met alle toeters en bellen "beter" lijkt, maar onder de motorkap vinden we de legacy van 20 jaar oude meuk die het systeem instabiel maken en uiteindelijk eindigen we met een privacyschendend gedrocht met een Teletubbie-ontwerp. Steeds maar weer verkeerde dingen erbij plakken en de goede dingen schrappen. Voor de buitenwereld die niet beter weet, lijkt het er altijd nog goed uit te zien. Logisch, want inmiddels hebben zij ook gehandicapte hardware staan waarop het verschil niet echt meer zichtbaar is. Totdat iemand daadwerkelijk die vage screenshots die goed lijken op brakke LCD-schermen naar de drukker stuurt. Dan zien we opeens hoe kut het is. Met het onderwijs schijnt het precies zo te werken. Bij elke vernieuwing is men ontzettend enthousiast, maar wat schieten we ermee op? Waar het echt om gaat, is dat als iemand met zijn diploma de school uitloopt, hij toegerust is voor de maatschappij. Dat is niet zo.
Techniek volledig verbannen uit het onderwijs is niet ons streven en dat zou ook zeker niet verstandig zijn. Wel willen we terug naar een goede ouderwets degelijke basis om vanuit daar te kijken hoe we de moderne techniek kunnen inpassen in het onderwijs. Dus uitgaan van een stevige basis in plaats van blijven aanmodderen met het inmiddels verkankerde systeem. Ons doel is om daarbij deels pragmatisch te zijn. We kijken naar kennis en vaardigheden en willen objectief kunnen meten of daaraan voldaan wordt. Een kind mag wat ons betreft bijvoorbeeld niet van de basisschool komen terwijl hij niet kan zwemmen, de verkeersregels niet beheerst, onze taal niet spreekt en de meest basale sommen niet kan uitrekenen. Door wie of wat dat komt boeit ons niks, maar zolang die vaardigheden niet worden beheerst, deugt het onderwijs niet. Voorts willen we dat techniek minder een rol gaat spelen bij sociale zaken. Techniek is en blijft een hulpmiddel. Gereedschap dat niet overal voor ingezet moet worden. Maak er maar aparte lessen van zoals bij de talen.
Om dit te kunnen realiseren, mogen we er niet op vertrouwen dat scholen automatisch het beste doen. Scholen worden regelmatig klem gezet door de politiek en aangezien ze verantwoordelijk worden gehouden voor het klimaat in de klas, moeten ze roeien met de riemen die ze hebben. Ook als dat betekent dat ze bij Gods gratie maar smartphones in de klas moeten accepteren omdat er in deze maatschappij geen vangnet is om anders te beslissen. Individuele scholen die tegen de heersende leer zijn dat de smartphone voor een kind net zo belangrijk is als vitale organen, krijgen alleen de toorn en de hoon van de ouders over zich heen. Om nog maar te zwijgen van eventuele rechtszaken. Deze maatschappij moet maar eens de discussie aangaan of het überhaupt wel nodig is dat er zoveel zendmasten worden gebouwd. Met de gevaren van elektrosmog in het achterhoofd. En daarna nadenken of smartphones echt wel wenselijk zijn. Gloeilampen kon de politiek al snel verbieden met een lulverhaal, waarom zouden we die discussie ook niet over smartphones voeren?
De overheid zorgt ervoor dat alles digitaal wordt om ons goed te kunnen bespioneren. We worden verplicht om met digitale media te communiceren. Mensen schaffen daarvoor allerlei apparaten aan die zo duur en verslavend zijn dat ze overal voor gebruikt gaan worden. Handig voor de overheid, want dan kunnen ze nog meer afluisteren. Zou de overheid deze grove schending laten vallen en zich meer richten op de (geestelijke) gezondheid van onze jongeren, dan zouden ze wellicht kunnen beginnen aan een ontmoedigingsbeleid en voorlichting waarmee jongeren worden ingelicht over de gevaren. Ze hebben wel alcohol verboden tot 18 jaar, maar hersens verneuken met een smartphone mag dan weer wel. Waarom staan we dat toe? Omdat er miljardenbelangen zijn bij telecombedrijven waar de overheid ook goed aan verdient? Omdat het feit dat kinderen alleen met die telefoon bezig zijn, hen allemaal "gelijk" maakt? Iets zegt ons dat de overheid het wel best vindt als het onderwijs nog meer nivelleert en inhoudsloos wordt. Sociaal zijn? Nergens voor nodig!
Reacties: 0 Pagina's: 1 |
Reactie toevoegen |
U dient in te loggen om een bericht te kunnen plaatsen.
|
|